woensdag 4 augustus 2010

Dubbele bodems en zoet vergif

Maandenlang heb ik in de veronderstelling geleefd dat het slecht ging, dat Nederland kapot ging aan de crisis. Er zou bezuinigd moeten worden op alle vlakken, we zouden allemaal moeten offeren voor de toekomst van Nederland. De een levert iets meer in dan de ander, maar uiteindelijk komen we er gezamenlijk sterker uit. Dat dacht ik dus. Vandaag opende Nederland een deur, een deur naar een voor mij geheel onbekende schatkamer, die op zijn minst 840 miljoen euro bedraagt. 840 miljoen euro. Alleen maar om stadions op te knappen, om onszelf te plezieren met sport, zoals de Romeinen dat ooit deden. De Romeinen, met hun enorme amfitheaters en badhuizen, deden precies hetzelfde; zichzelf vermaken terwijl de slaven leden. Zijn we echt zo blind? Nee, er is inderdaad geen slavernij of diepe onderlaag. Maar 840 miljoen euro, is die niet ergens anders harder nodig? Onderwijs, zorg, de huizenmarkt of misschien ook wel economie? Maken we onszelf niet kapot voor een maand nationaal vermaak? Misschien voel ik me wel bedrogen, omdat ik niet wist van de dubbele bodem in de pot, misschien voel ik me wel kwaad, omdat ik er niks over te zeggen heb. Misschien maak ik me graag zorgen over dingen die ver van me afstaan, om me af te leiden van waar ik wel iets aan kan doen. Misschien voelt het fijn om een keer te denken dat ik het beter weet. Misschien voelt het gewoon fijn om te weten, dat ik niet de enige ben die fouten maakt, dat ik niet de enige ben die zich laat verleiden door een rode appel die voor je hoofd hangt, zo erg verleid door de glans dat het vergif bijna zoet smaakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten