zaterdag 15 januari 2011

Van irritatie tot ironie

Openbaar dronkenschap, het luidruchtig bellen op publieke plaatsen en het hinderlijk gebruik van scheldwoorden. Dit is slechts een greep uit de vele asociale gedragingen waar men zich in Nederland dikwijls aan ergert. Volgens Issuemakers domineert asociaal gedrag de Issuebarometer van december 2010 . Het lijkt erop dat we de deur niet meer uit kunnen zonder geconfronteerd te worden met onze weinig sociale medemens. Het zou dan ook logisch zijn dat men bij thuiskomst niets meer wil weten van die asocialiteit.
Niets is minder waar; Nederland geniet massaal van programma’s als “New Kids on the Block” en “Oh Oh Cherso”, waarin onfatsoenlijkheid een toppunt bereikt. Ook in het boek “De helaasheid der dingen” van Dimitri Verhulst blijkt het asociale gedrag een sleutel tot succes te zijn. Maar waarom irriteert het asociale gedrag in onze omgeving ons zo, terwijl we er in de media om kunnen lachen? En welke gevolgen heeft dit voor de samenleving?
Allereerst is er een fascinatie voor deze subcultuur; het staat ver van ons af en door de media kunnen we er meer van begrijpen en toch op veilige aftand blijven. Dat de asocialen ook werkelijk niet ongevaarlijk zijn beschrijft Coen Peppelenbos in zijn recensie over “De helaasheid der dingen”; “Ze lijken nog erger dan de Tokkies te zijn, maar wie hen asociaal noemt kan op een levenslange haat rekenen. Van de Verhulsten blijf je af”. Het is duidelijk het een intieme cultuur is die niet met zich laat sollen. Deze ontoegankelijkheid wakkert nog meer nieuwsgierigheid aan en zorgt dan ook voor de populariteit die ontstaat als er inside-information wordt gepubliceerd. “Er zijn geen gevolgen voor de kijker, maar die is wel nieuwsgierig naar andere subculturen.” zegt mediapsycholoog William Rice in een interview met METRO.
Naast fascinatie en nieuwsgierigheid moet er haast nog wel een ander gevoel opkomen, de gebruikelijke bezigheden van de asociale subcultuur zijn tenslotte vaak nogal eentonig; drank, seks en uitgaan. En dat gevoel is dan ook herkenning. Door de simpliciteit van hun levensstijl herkennen veel mensen zichzelf in de hoofdpersonen en beseffen ze zich dat er ook veel gelijkenissen zijn tussen hen en de asocialen. Het verschil is echter dat de asocialen veel meer gericht zijn op het bevredigen van hun oppervlakkige behoeftes. Met hun impulsieve acties, versterkt door het grootschalige alcoholgebruik, weten ze de lachers op de hand te krijgen. De wanhopige pogingen in een zoektocht naar geluk binnen hun simpele bestaan vormen een mix van ontroering en hilariteit.
Het is duidelijk dat we meevoelen met deze groepering, maar in hoeverre is er sprake van bewondering? En wordt de Nederlandse cultuur ook werkelijk beïnvloedt? Als we de kleine Dimitri zien als personificatie van het volk dat in contact komt met de asociale cultuur kunnen we het volgende stellen; Dimitri kijkt op tegen zijn alcoholische vader Pie. Misschien uit kinderlijke naïviteit, misschien omdat het een dominant persoon is binnen zijn omgeving. Het blijft tenslotte zijn vader. Ook de Reetveerdegemse gebruiken laat Dimitri niet onbenut. Toch voelt hij zich nooit helemaal op zijn plaats binnen de familie Vehulst. Naarmate hij ouder wordt distantieert Dimitri zich steeds meer van zijn familie. Als hij eenmaal volwassen is en een zoon heeft lijkt hij zijn gebruiken zelfs ontgroeid te zijn; “Ik ben allang geen meer van
hen, het bewijs is dat ze ook tegen mij iets gaan praten zijn dat zou moeten doorgaan voor algemeen Nederlands.” Hieruit zou men kunnen opmaken dat deze gebruiken ons wel degelijk beïnvloeden, maar dat onze beleefdheid ons ervan weerhoudt ze ook werkelijk over te nemen. Aan de andere kant kan er wel sprake zijn van enige verharding. Zo verklaart Rice in hetzelfde interview: “We worden dus steeds minder gevoelig voor asociaal gedrag. Dat zie je bijvoorbeeld aan de straattaal, mensen bekken elkaar af”. Tegenwoordig kijkt men niet meer op van een paar scheldwoorden of beledigingen. Ook overmatig drankgebruik wordt nog zelden als schandaal gezien. Dit zorgt ervoor dat drempel naar asociaal gedrag lager wordt en dit zou wel een verklaring kunnen zijn voor de massale asocialiteit.
De cijfers liegen er niet om; asocialiteit is populair. Maar of dit ook werkelijk de oorzaak is van het asociale gedrag in onze samenleving valt te betwijfelen. De media zijn toch vooral bedoeld voor vermaak, meestal krijgen de asociale personages een negatieve bijklank. Het is wel humoristisch, maar zelf verlaagt men zich niet tot dit niveau. Ik kan me ook niet voorstellen dat veel ouders zulk gedrag van hun kinderen tolereren. En alleen al het feit dat men zich zo druk maakt om asociaal gedrag laat blijken dat het ook binnen de Nederlandse cultuur niet geaccepteerd is. Ik denk dan ook dat deze onfatsoenlijkheid binnen de perken zal blijven, ondanks de grote stimulans door de media.
Als u weer eens een dergelijk asociaal type tegenkomt, daar kunt u blijkbaar toch niet meer omheen in de huidige maatschappij, dan zou ik u graag willen verzoeken uw irritatie te laten blijken en deze persoon te wijzen op zijn hinderlijke gedrag. Een aanhoudende, terugkomende frustratie zal namelijk niets oplossen. Hoe grappig de asocialiteit ook mag worden afgebeeld, het gedrag schaadt onze maatschappij. En vergeet u dan vooral niet dat er veel Dimitri Verhulsten zijn binnen asociale families en dat er altijd hoop is dat fatsoen ooit in hun leven kan opduiken, mits hun verteld is wat dat inhoudt. En als u dat gedaan hebt, schaamt u zich dan vooral niet als u ’s avonds, na een lange dag, een boek van Dimitri Verhulst pakt en als het lezen van de simpele doch gevatte ironie een glimlach op u gezicht tovert.
Lees verder...

zondag 2 januari 2011

De jongerencultuur: seks, drugs en.. Uggs?!

De Ugg heeft in de afgelopen jaren een brede klantenkring weten te verkrijgen. Terwijl de Croc vrijwel niet buiten de deuren van het ziekenhuis werd gesignaleerd, werd de Ugg massaal omarmd. En nog steeds houdt deze populariteit aan: In andere landen vervaagt hij steeds meer, maar in het Nederlandse straatbeeld blijft de Ugg sterk aanwezig.
Maar wat is dan de reden van dit blijvende succes? Is het de oer-Hollandse zuinigheid of is er werkelijk niets beters naar voren gekomen? Dat laatste kan ik me nauwelijks voorstellen; ik heb slobbertruien die meer klasse uitstralen dan deze overprijsde schapensloffen. Wat ik wel kan begrijpen dat je, nadat je onder de groepsdruk bezweken bent, je dure schoeisel niet na één winter alweer afdankt. Maar dat de Ugg al die jaren buiten de vuilcontainers is gebleven verbaast mij des te meer. Mode blijft tenslotte mode; een tijdelijke populariteit. Wanneer laat onze cultuur de Ugg dan los? Hoelang blijven we nog hangen in het patroon van de houders en de haters? Ik vrees dan toch echt dat emigratie de enige oplossing is om de Ugg te ontlopen. Gezien dat geen optie is voor mij, blijf ik toch stilletjes hopen dat de houdbaarheidsdatum van de Ugg verstrijkt en dat 2011 een prachtig, Uggloos jaar wordt..
Lees verder...